Kook dit gerecht in deze stappen

  1. Stoom de kipfilet gaar en laat afkoelen. Snij vervolgens in kleine stukjes.

  2. Reinig de lente-uitjes en snij fijn.

  3. Verwarm de melk met de kippenbouillon in een steelpan.

  4. Smelt de boter in een conische sauspan. Doe de lenteuitjes erbij en laat stoven tot ze zacht zijn.

  5. Voeg 70 gr bloem geleidelijk toe en laat al roerend gedurende 2 minuten garen.

  6. Giet de opgewarmde melk en kippenbouillon er beetje bij beetje al roerend bij. Blijf roeren tot de saus voldoende ingedikt is, zorg ervoor dat er geen klonters in de saus zitten.

  7. Laat het mengsel al roerend nog een 6-tal minuten koken zodat er een volle, glanzende saus ontstaat. (*)

  8. Voeg de stukjes kip toe. Kruid met peper, zout en nootmuskaat. Roer goed en laat vervolgens afkoelen in een ondiepe schotel.

  9. Neem een eetlepel (± 30 gr) van de afgekoelde massa en rol er kleine kroketjes van. Leg ze op een met bakpapier bedekte bakplaat.

  10. Doe de resterende bloem, de losgeklopte eieren en het paneermeel in 3 kommen.

  11. Rol de kroketjes eerst door de bloem, daarna door de eieren en als laatste door het paneermeel.

  12. Bak de kroketjes in frituurvet van 180°C goudbruin gedurende 3 tot 5 minuten.

  13. Laat uitlekken op keukenpapier.

  14. Serveer onmiddellijk.

  15. (*) indien de saus niet genoeg dikt, kan je er ook nog 2 geweekte en uitgeknepen gelatineblaadjes aan toevoegen.