Pappardelle met geraspte courgette en gorgonzolasaus

Bevestig de pastamachine met de schroef op het werkblad. Zorg ervoor dat de machine goed vaststaat.

Snij een stuk van het deeg en druk het plat met je vingertoppen of rol het uit met een deegrol.

Draai het plakje deeg door de machine door aan het hendeltje te draaien. Zo bekom je een velletje deeg met kuiltjes, strepen, plooien en oneffenheden. Bewerk het deeg door meermaals door de roller te draaien op stand 1 tot je een glad, egaal pastavel bekomt.

Vouw het pastavel dubbel en haal nogmaals door de roller. Bestrooi het vel met wat bloem, vouw dubbel en haal nogmaals door de roller.

Zet de pastaroller op stand 2 en rol het deeg uit zodat het langer en dunner wordt. Zet de roller vervolgens op de volgende standen tot je de gewenste dikte bekomt.

Leg het deegvel op het werkblad en snij met een mes repen van 2,5 cm dik.

Schik de pappardelle over het droogrek en laat ze even drogen voor je ze kookt.

Was de courgette en rasp fijn.

Bereid ondertussen de saus: smelt de boter in de melk in een pan met dikke bodem op een matig vuur. Voeg de gorgonzola langzaam toe zodat hij kan smelten in de boter en de melk. Roer met een houten lepel. Voeg net voor het opdienen de courgetterasp toe.

Kook de pappardelle in veel kokend gezouten water beetgaar gedurende 2 à 3 minuten. Laat ze uitlekken.

Schep de pasta in warme diepe borden en giet de saus erover. Werk af met wat citroenzeste.