Goujonettes van schelvis met tartaarsaus

Kook dit gerecht in deze stappen

  1. Tartaarsaus: kook de eieren gedurende 10 minuten. Giet het water af en laat de eieren afkoelen. Pel de eieren en plet ze fijn met een vork. Snij de dragonblaadjes fijn. Pel het sjalotje en snipper fijn. Schep de mayonaise, peterselie, bieslook, dragon en sjalot erdoor.

  2. Hak de augurkjes en uitgelekte kappertjes fijn en schep ze door de tartaar. Breng op smaak met versgemalen peper en zeezout. Plaats in de koelkast tot gebruik.

  3. Snij de vis in reepjes.

  4. Scheid de eieren en gebruik enkel het eiwit. Klop het eiwit los met een vork.

  5. Kruid de bloem met versgemalen zwarte peper en zeezout.

  6. Haal de visreepjes eerst door de bloem. Wentel ze er goed in; rondom moet een laagje bloem zitten. Klop de overtollige bloem eraf.

  7. Haal vervolgens door het eiwit. De bloem zorgt ervoor dat het ei beter blijft zitten. Wentel ten slotte door de panko. Druk de panko lichtjes aan.

  8. Giet een flinke laag olie in een ruime pan; de panko zuigt veel olie op.

  9. Bak de visreepjes in warme maar niet oververhitte olie (anders verbrandt het krokante laagje). Draai de visreepjes pas om als de zijkanten kleuren. Elke kant wordt maar 1 keer gebakken, blijf ze dus niet omdraaien. Laat uitlekken op keukenpapier.

  10. Snij de citroen in partjes. Warm de puree op.

  11. Serveer de goujonettes met de verse tartaarsaus, aardappelpuree, een partje citroen en tuinkers.