Hoe braden?
Braden is het klaarmaken van vlees, gevogelte, wild of vis bij een matige warmte. Je kan braden in de oven, maar ook aan het spit. We leren je de ultieme kunst om dat krokante, smaakvolle buitenste laagje te creëren.
Braden in de oven
Deze techniek is geschikt voor grotere stukken mals vlees, zoals runderkoteletten, varkenshaas en lamskoteletten.
- Verwarm de oven voor op 200°C.
- Schroei het vlees dicht in een hete braadpan in olie of boter. Een groot stuk vlees kan je best dichtschroeien door het een kwartier in een hete oven op 240°C te braden.
- Laat het vlees in de voorverwarmde oven verder rosé worden of garen.
- Bedruip het regelmatig met het braadvocht uit de braadslee (dit heet arroseren), zodat het sappig blijft.
Braden aan het spit
Deze techniek is geschikt voor gevogelte en wit vlees zoals speenvarken. Sommige stukken wild kan je ook aan het spit braden.
- Vlees aan het spit dichtschroeien kan op twee manieren: door het dicht bij de warmtebron te plaatsen of door het warmte-element op een hoge stand zetten.
- Is het vlees dichtgeschroeid? Verlaag de temperatuur tot 150-250°C of plaats het vlees verder van het warmte-element.
- Het braadvocht kan je opvangen en gebruiken om het vlees mee te bedruipen.
Hoe geef ik vlees of vis een krokant laagje?
Het geheim van een krokant buitenste laagje? Een braadslee met rooster. Je vlees, vis of gevogelte gaart op het rooster terwijl het vet wordt opvangen in de braadslee. Omdat het gerecht niet in het braadvocht ligt, kan het krokant worden aan alle kanten.