Hoe pekelen?
Pekelen is een eeuwenoude techniek om groenten, maar ook vis of vlees, lang te bewaren. Tegenwoordig pekelen we vooral nog voor extra smaak en malsheid. Al kan je er ook gewoon de scherpte van de ui wat mee temperen.
Welke manieren om te pekelen bestaan er?
Je kan op twee manieren pekelen: droog of nat.
- Bij droog pekelen, pekel je vooral in zout. Deze methode werd vroeger veel gebruikt om vis te bewaren. Ze wordt nog steeds toegepast, denk maar aan stokvis en de bekende bacalhau.
- Bij nat pekelen is er veelal een zure component, zoals azijn of citroensap. Deze techniek is heel geschikt voor ham en ander gerookt vlees.
Hoe pekel je vlees?
Om te pekelen heb je behalve vlees nodig: zeezout, kristal- of bruine suiker, water en smaakmakers naar keuze: wijnazijn, citroensap, gedroogde kruiden en specerijen.
- Maak een mengsel van drie delen zout en een deel suiker.
- Los het suiker-zoutmengsel op in water. De verhouding tussen zout en water moet 1:16 zijn. Maak genoeg van het mengsel om het vlees dat je wilt pekelen te bedekken.
- Voeg naar wens smaakmakers toe.
- Dompel het vlees onder in pekel.
- Bewaar het in een koelkast of een andere koele plaats. Varkensvlees, wild en groter gevogelte (bv. kalkoen) 4 tot 12 uur, kleinere stukken 30 minuten tot 2 uur.
Tips voor pekelen
- Pekelen werkt het beste met varkensvlees, kalkoen en kip. Vet vlees zoals rundvlees is meestal niet geschikt om te pekelen.
- Pas op als je gepekeld vlees op de barbecue of grill legt. Pekelen voegt suiker toe aan het vlees en dat kan ervoor zorgen dat het voortijdig verbrandt.
- Met wat citroensap en gedroogde munt geef je kip een lekkere mediterrane smaak.