Pruimenconfituur met port & kruiden

Was de pruimen, snij ze middendoor en verwijder de pitten.

Doe ze in een ruime pan, bestrooi met de suiker, kaneel en gember. Overgiet met de port.

Breng het geheel aan de kook en roer flink door. Haal de pan van het vuur, dek af en zet een nacht op een koele plaats.

Schep de pruimen uit de pot en verwijder de velletjes. Doe het vruchtvlees terug bij het vocht.

Breng de pruimen in de open pan op een hoog vuur terug aan de kook. Laat inkoken tot je de consistentie van confituur bekomt (schep een lepeltje confituur op een koud bord. Je confituur is klaar als hij vast wordt. Blijft hij vloeibaar? Laat dan nog verder inkoken). Blijf regelmatig roeren.

Reinig de Bormiolli potten en deksels met kokend water. Zet ze omgekeerd op een schone doek. Draai de potten om en vul ze tot de rand. Schroef er het deksel op en draai ze om. Laat ze afkoelen en draai ze dan pas terug om.

Bewaar op een donkere koele plaats.