Broodje konijn

Verwarm de melk lauwwarm. Laat de boter smelten.

Los de verkruimelde gist op in lauwe melk. Vermeng met de bloem en voeg 2 losgeklopte eidooiers, gesmolten boter, honing en zout toe. Kneed alles tot een elastisch deeg en vorm tot een bal.

Leg de deegbal in een met olie bestreken kom en dek af met plasticfolie. Laat ± 1 uur rijzen op kamertemperatuur. Druk de lucht eruit en laat nogmaals 1 uur rijzen. Kneed het deeg weer door en verdeel in 12 stukken.

Verwarm de oven voor op 200°C.

Vorm de 12 stukken tot eieren. Leg het ei met de bolle onderkant naar je toe en geef een knip met de schaar achteraan van bovenaf in de smalle kant van het ei. Druk een beetje plat; dit wordt de staart.

Knip in het brede gedeelte langs de zijkant van achter naar voor aan beide kanten de oren. Maak ze iets ronder bovenaan en druk ze met de satéprikker weer tegen het lijfje, anders komen ze bij het bakken rechtop te staan en lijken het meer kattenoortjes.

Maak de oogjes met de dikke kant van de satéprikker.

Plaats de konijntjes in de koelkast.

Bestrijk met 1 losgeklopt ei en bak 15 minuten op 200°C. Draai de oventemperatuur lager naar 180°C en bak nog 10 minuten tot het deeg doorbakken is.