Tiramisu met appelcompote, mascarpone en Brusselse wafel

Schil de appels en verwijder het klokhuis. Snij in blokjes.

Smelt 1 el boter in een kookpot.

Voeg de appelblokjes toe met de kandijsuiker, ½ kl citroensap en de speculaaskruiden. Laat gaar stoven onder deksel met 50 ml water.

Stamp grof met een pureestamper of vork en laat afkoelen.

Verwarm de oven voor op 200°C.

Leg de wafels op het rooster van de oven en bak ze volgens de bereidingstijd op de verpakking. Haal uit de oven en laat afkoelen.

Splits de eieren. Klop het eigeel schuimig met de suiker en het merg van de vanillestok. Roer de mascarpone erdoor. Klop het eiwit op en spatel onder de mascarpone.

Snij elke wafel in 6 stukken die passen in de dessertglaasjes.

Verdeel een stuk wafel over de bodem van de dessertglaasjes. Schep wat appelcompote erop en verdeel wat mascarpone erover.

Herhaal deze handeling.

Rooster het amandelpoeder al roerend in een pan zonder vetstof op een zacht vuur.

Werk de glaasjes af met een extra stuk Brusselse wafel. Verkruimel wat speculaas erover en bestrooi met amandelpoeder.

Laat opstijven in de koelkast tot gebruik.