Citroentaart

Zanddeeg: meng de bloem en 125 g boter met je vingers tot een korrelig geheel.

Maak een putje in het midden en voeg 125 g suiker en 1 ei toe. Meng alles tot een bol, zonder te veel te kneden.

Dek af met plastic folie en zet 1 u in de koelkast.

Verwarm de oven voor op 180°C.

Rol het deeg uit met een deegrol tot 4 mm dikte.

Boter de taartvorm in en leg het deeg erin. Druk het deeg aan en snij het teveel aan de randen af met een mesje.

Prik het deeg in met een vork.

Bak gedurende 15 min in de voorverwarmde oven.

Haal uit de oven, laat afkoelen en ontvorm. (*)

Citroencrème: pers de citroenen tot je ± 10 cl sap krijgt.

Klop 2 eieren met 135 g suiker op tot een ruban (een luchtige massa).

Breng het citroensap aan de kook en voeg het ei-suikermengsel al kloppend toe. Blijf kloppen en laat voor een tweede keer opkoken.

Snij 165 g boter in kleine stukjes. Doe dit mengsel in een kom en mix de boterstukjes eronder.

Zet in de koelkast en laat 2 u afkoelen. (*)

Bedek de taartbodem met de afgekoelde citroencrème.

Meringue: klop het eiwit met 100 g suiker stijf in de keukenrobot. Doe het opgeklopte eiwit in een spuitzak met spuitmondje.

Spuit de meringue in toefjes op de taart, tot ze volledig bedekt is. Laat kort kleuren door er met de bunsenbrander over te gaan.

Werk af met wat poedersuiker en serveer.(*) Je kan de bodem en citroencrème ook de dag voordien maken.