Terrine van soepvlees met wortel & platte peterselie

Terrine van soepvlees met wortel & platte peterselie

Kook dit gerecht in deze stappen

  1. Blancheer het soepvlees en de schenkels kort. Giet af en zet het vlees opnieuw op in koud water. Voeg een in stukken gesneden wortel toe samen met de grof gesneden uien, het wit van de prei, de selder en het bouquet garni. Doe er vervolgens de kruidnagels, jeneverbessen, zwarte peperbollen en het grof zeezout bij. Breng aan de kook en laat vervolgens op een zacht vuur verder garen gedurende enkele uren. Laat 1 nacht afkoelen.

  2. Zeef 1 liter bouillon van het kookvocht. Haal het vlees van de afgekoelde schenkels en snij het soepvlees in balkjes van 2 cm op 2 cm dikte.

  3. Schil de andere wortelen en snij overlangs in balkjes van ± 10 cm lang. Spoel de geplukte platte peterselie en zwier droog. Hak fijn.

  4. Bekleed de terrine met plasticfolie.

  5. Week de gelatineblaadjes in koud water. Knijp het water uit de gelatineblaadjes en laat ze oplossen in 2 dl opgewarmde bouillon. Meng dit alles met de rest van de gezeefde bouillon.

  6. Giet een laagje bouillon in de terrine. Zet in de koelkast en laat opstijven.

  7. Haal uit de koelkast en leg een eerste laagje gehakte peterselie. Schik hierop de wortelbalkjes en soepvleesstukjes. Giet opnieuw een laagje bouillon. Zet telkens kort in de koelkast om wat op te stijven en herhaal dit tot de terrine vol is. Eindig overvloedig met peterselie.

  8. Zet in de koelkast en laat minstens 24 uur opstijven.

  9. Spoel de tomaat en snij in kleine brunoise (blokjes). Meng de mayonaise met de mosterd.

  10. Ontvorm de terrine en snij dikke plakken van de terrine. Schik op een bord met de tomatenblokjes en mosterdmayonaise. Versier met wat plukjes platte peterselie.