Flandrien kaaskasseien

Rasp de Flandrien-kaas fijn.

Smelt de boter in een ruime pot. Roer de bloem met een garde door de gesmolten boter tot een stevige roux. Blijf roeren en laat bakken en een beetje uitdrogen.

Voeg de melk toe en roer met de garde stevig tot een dikke bechamelsaus.

Haal van het vuur en laat de 2 kazen er al roerend in smelten.

Scheid de eieren. Klop de dooiers los met de room en voeg bij het kaasmengsel. Hou het eiwit opzij voor het paneren van de kroketten.

Breng op smaak met espelettepeper, zout en nootmuskaat.

Wrijf een ruime, rechthoekige ovenschaal in met olie en giet het mengsel erin. Strijk de bovenzijde glad met een spatel en druk er een vel bakpapier op. Strijk de lucht eruit. Laat helemaal afkoelen en opstijven. (*)

Snij het beslag in vierkantjes.

Zet een schaaltje bloem, kom met losgeklopt eiwit en een kom met paneermeel klaar.

Haal de kroketten eerst door de bloem en zorg ervoor dat ze volledig bedekt zijn, ook de zijkanten. Schud de overtollige bloem eraf en haal aan alle zijden door het eiwit.

Dompel ze vervolgens aan alle kanten in het paneermeel.

Bak per 2 stuks goudbruin en gaar in hete frituurolie van 170°C.

Laat uitlekken op keukenpapier en serveer met een kwartje citroen.(*) Dit kan je perfect de dag voordien doen.