Kook dit gerecht in deze stappen

  1. Marinade: plet het citroengras en hak fijn. Plet een teentje look, verwijder de schil en hak fijn. Snij de kipfilets in fijne reepjes en doe samen met de look en het citroengras in een kom. Breng verder op smaak met het kerriepoeder, rietsuiker, grof zeezout. Giet 1 koffielepel vissaus erbij. Meng alle ingrediënten goed en laat marineren.

  2. Bereid ondertussen de pindasaus: rooster de pindanoten enkele minuten in een hete pan met antikleeflaag. Stamp vervolgens fijn in de vijzel. Pel een teentje look look, verwijder de schilen versnipper fijn. Zet een pan op het vuur en laat goed heet worden. Doe 1 eetelepel arachideolie in de pan en fruit de fijngesnipperde look hierin. Doe de currypasta erbij en laat even meebakken. Blus met kokosmelk. Breng op smaak met peper, zout en suiker. Roer de gestampte noten eronder en laat inkoken de gewenste dikte.

  3. Weef de kippenreepjes op de satéstokjes. Bak ze goudbruin en gaar in een hete pan met een scheutje arachideolie.

  4. Serveer de kippensatés met de warme pindasaus en een fris slaatje van sla, komkommer, koriander en het groen van de lente-uitjes.