Kook dit gerecht in deze stappen

  1. Reinig de paprika’s, snij in 2 en verwijder de zaadlijsten. Snij in fijne brunoise. Reinig de champignons en snij in kleine blokjes. Snipper de lente-ui fijn. Pel de tomaten, snij in 4 en verwijder de pitjes. Snij het vruchtvlees in fijne brunoise. Pel de sjalotten en het teentje look. Snipper beide fijn.

  2. Smelt 50 gr boter in een conische sauteerpan. Stoof hierin de fijngesnipperde sjalotten, look en champignonstukjes. Roer de risotto eronder en laat 2 minuten meestoven op een hoog vuur.

  3. Voeg de witte wijn en de warme gevogeltebouillon toe. Breng aan de kook. Dek vervolgens af met een op maat gesneden vel boterpapier met opening in het midden.

  4. Laat nu 15 tot 18 minuten verder stoven op een zacht vuurtje. De risotto zal al het vocht opnemen.

  5. Verwijder het boterpapier en controleer de gaarheid van de risotto. De rijstkorrels moeten gaar zijn, maar moeten wel nog een ietsje ‘beet’ hebben.

  6. Voeg de fijngesnipperde lente-uitjes, paprikabrunoise en het limoensap toe.

  7. Roer alles zachtjes met een spatel onder elkaar. Kruid met peper en zout.

  8. Voeg de resterende boter in klontjes toe en meng de geraspte Parmezaanse kaas eronder. Voeg als laatste de tomatenblokjes onder de risotto. Zo bekom je een smeuïge risotto.