Orloffgebraad met gebakken bloemkool en kroketjes

Wrijf het gebraad aan alle zijden in met satékruiden.

Smelt een klontje boter in een pan. Bak het vlees aan alle kanten bruin. Giet een scheutje olijfolie in de pan (zo zal de boter niet verbranden) en zet de pan met het gebraad in een voorverwarmde oven van 160°C. Bak het vlees gedurende ± 40 minuten tot het gaar is. Haal uit de oven en laat het vlees afkoelen.

Snij het vlees, met een snijmachine, in plakjes van ½ cm.

Stel nu het orloffgebraad samen. Neem een ovenschaal en leg de sneetjes gebraad er naast elkaar in. Leg hierop een plakje kaas en daarna een sneetje bacon. Bedek opnieuw met gebraad. Herhaal dit 4 maal. Eindig met een sneetje gebraad.

Saus: smelt de boter in een kookpot. Voeg de bloem erbij, klop los en laat 5 minuten al roerend aanbakken. Giet de kalfsfond erbij en roer tot de saus wat ingedikt is. Kruid met peper. Verfris de saus met wat citroensap. Voeg de gemalen kaas toe en roer los.

Giet de saus over het vlees. Bedek met de gemalen kaas en strooi er een laagje paneermeel over. Zet in de oven onder de grill en laat grillen tot er een mooi korstje op de schotel komt.

Reinig ondertussen de bloemkool en snij met een mes in plakken van ± 2 cm.

Giet een scheutje olijfolie in een pan en laat opwarmen. Leg de pan vol met de plakken bloemkool. Kruid met peper en zout. Laat aan beide kanten bakken.

Bak de kroketten ondertussen in de frietketel.

Leg een torentje orloffgebraad op het bord. Schik de gebakken bloemkool en kroketjes erbij. Giet wat saus over het vlees. Werk af met wat fijngesnipperde peterselie.