Schil de aardappelen en snij in grove stukken. Spoel de aardappelen. Kook ze gaar in ruim gezouten water. Giet ze af en zet terug op het vuur om te laten ‘bloemen’. Duw fijn met een pureestamper. Werk af met 100 gr gesmolten boter. Kruid met peper en zout.