Kook dit gerecht in deze stappen

  1. Kip:

    snij de kippenhaasjes in 3. Roer de kip door het sap van de mandarijn, kruid met zwarte peper en zout en laat min. 30 min marineren.

  2. Meng de maïzena met de eieren tot een glad beslag. Roer de kip erdoor, hou apart.

  3. Saus:

    pers de mandarijnen uit en bewaar het sap voor de saus.

  4. Schil de gember en rasp fijn. Pel de look en pers fijn. Snij de lente-uitjes in fijne ringen.

  5. Rooster de sesamzaadjes goudbruin in een pan zonder vetstof.

  6. Bereid de rijst zoals aangegeven op de verpakking.

  7. Meng de maïzena met 4 el van het mandarijnensap tot een ‘papje’.

  8. Verhit wat sesamolie in een wok. Roerbak de gember en de look kort. Roer de pilipili en kandijsuiker erdoor en blus met de sojasaus, rijstazijn en het mandarijnensap. Laat inkoken tot een dikke saus. Roer het maïzenapapje door de saus en laat wat sudderen.

  9. Verhit rijkelijk zonnebloemolie in een wok. Haal de kip uit het beslag en bak goudbruin in de olie. Schep uit de olie en laat uitlekken op keukenpapier.

  10. Afwerking:

    schil de mandarijn met een mes en snij de partjes tussen de vliezen uit. Roer de gebakken kip door de stroperige saus.

  11. Werk af met mandarijnenpartjes, lente-ui en sesamzaad. Serveer met rijst.