Rundstartaar met Thaise dressing en sambalmayonaise

Pel en pers de look. Schil de gember en rasp fijn. Snij het citroengras fijn. Snipper de koriander fijn.

Doe de look, 0.25 bosje koriander, gember en citroengras in een hoge, smalle maatbeker. Giet de vissaus, het limoensap, de rijstazijn en de kokosmelk erover. Mix met een staafmixer fijn en laat 30 min trekken in de koelkast.

Schil de raap en snij in flinterdunne plakken met een mandoline. Giet de marinade erover, laat 30 min trekken en zeef. Bewaar de marinade. Snij de schijfjes in, van het midden tot de rand.

Snij het vlees eerst in fijne plakjes en daarna in kleine stukjes. Zet koel tot gebruik.

Schil de wortel en de mango. Verwijder het groen en de wortels van de radijsjes. Snij de wortel, mango, komkommer en radijsjes in fijne blokjes (= brunoise).

Verwijder de steelaanzet en zaadjes van de chilipeper en snipper fijn.

Meng de groenten met de chilipeper en bewaar koel tot gebruik.

Meng de mayonaise met de sambal en bewaar in een spuitzak koel tot gebruik.

Verhit wat arachideolie in een klein pannetje. Leg er kleine porties mihoen in tot deze poffen. Laat uitlekken op keukenpapier en kruid met cajunkruiden.

Klop 50 g rietsuiker door de bewaarde marinade.

Meng de rundstartaar met 2 kl sesamolie. Kruid met zwarte peper en zout.

Duw de rundstartaar in een uitsteekring. Vul aan met groentebrunoise en verwijder de ring.

Rol de raapjes op tot kegels en leg bij de tartaar. Vul op met sambalmayonaise. Leg de gepofte mihoen en wat koriander erbij. Lepel de dressing errond.