Florentijns ei

Breng water aan de kook en voeg een scheutje azijn en zout toe. Het water moet tegen het kookpunt (90°C) zijn.

Breek de eieren één na één in een kopje en laat het ei dan voorzichtig in het water glijden. Haal het eiwit voorzichtig met een schuimspaan uit het water, als het mooi en stevig gestold is (dit duurt ± 3 minuten). Laat het gepocheerde ei uitlekken op een keukenhanddoek of wat keukenpapier.

Smelt een klontje boter in een pan en voeg de spinazie toe. Kruid met peper, zout en nootmuskaat. Blijf roeren tot de spinazie gaar is.

Bereid de bechamelsaus: smelt de boter in een pot en roer de bloem eronder, maar laat ze niet bruinen. Giet de melk er geleidelijk bij en laat de saus al roerend dikken. Kruid met peper, zout en nootmuskaat.

Rooster het brood.

Schik het sneetje brood in het midden van het bord, schep de spinazie erop en schik het gepocheerd ei erboven. Nappeer met de bechamelsaus.

Strooi er wat gemalen kaas over en laat nog even gratineren.