Kaaskroketten

Maak een dikke bechamelsaus van 40 g boter, 90 g bloem en ¼ l melk. Kruid met peper, zout en gemalen nootmuskaat.

Scheid de eieren en bewaar het eiwit voor straks. Roer de eidooiers onder de witte saus en laat opnieuw doorkoken tot je de eerste bellen ziet verschijnen. Roer de kaas erbij en laat smelten. Laat niet meer koken!

Giet alles op een met een beetje bloem bestrooide plank en laat afkoelen.

Snij het mengsel in stukken van 4 à 5 cm bij 4 à 5 cm. Vorm mooi rond met je handen. Wentel de kroketten eerst in de bloem, daarna in het eiwit en als laatste in een kom met de helft paneermeel en de helft panko.

Bak ze in frituurvet op 180°C. Laat uitdruipen op keukenpapier.

Dien op met een stukje citroen, gefrituurde peterselie en wat parmezaanschilfers.