Rosbief met hasselback van Franceline-aardappelen en geroosterde minigroentjes

Haal het vlees uit de koelkast en laat op kamertemperatuur komen.

Verwarm de oven voor op 180°C.

Spoel de aardappelen grondig.

Leg 2 houten lepels op een snijplank tegen de lange zijde van de aardappel aan.

Snij om de 3 mm in de aardappel met een scherp mes, tot je de lepels raakt.

Leg de aardappelen op een bakplaat en besprenkel met olijfolie. Kruid met peper, zout en Provençaalse kruiden.

Laat 45 min garen in de oven.

Voeg na 30 min de minigroentjes toe. Besprenkel met olie en kruid met peper en zout.

Pel de sjalotten en snij eerst in de lengte middendoor en daarna in plakjes.

Pel en pers de look.

Bind de kruiden samen met keukentouw.

Smelt een klontje boter in een gietijzeren pot op een matig vuur en laat de boter bruisen.

Kruid het vlees met peper en zout en bak aan alle zijden goudbruin. Haal het vlees uit de pot.

Roer de sjalotten en look door het braadvet en schik de rosbief erbovenop. Leg het kruidentuiltje erbij en dek de pot af.

Laat 25 min verder garen in de oven.

Haal de rosbief uit de pot en verpak in aluminiumfolie. Laat 25 min rusten.

Verwarm de pot met braadresten op een zacht vuur en blus met porto. Verwijder het kruidentuiltje en roer het aanbaksel los.

Voeg een scheutje water toe en bind de saus. Kruid met peper en zout.

Snij het vlees in plakken, schik op voorverwarmde borden en nappeer met de saus.

Serveer met hasselback aardappelen en geroosterde minigroentjes.