Kook dit gerecht in deze stappen

  1. Was de wortel en selder. Snij in grove stukken.

  2. Pel de ui en snij in kwarten.

  3. Breng 2 l water aan de kook met de bouillonblokjes, wortel, selder, ui en het kruidentuiltje.

  4. Snij 500 g van het vlees van de schenkel in blokjes (ter grootte van stoofvlees). Voeg toe aan de bouillon en laat minstens 2 u onafgedekt op een zacht vuur sudderen.

  5. Zeef de bouillon, de groenten mogen weg. Trek het vlees met 2 vorken uit elkaar in fijne draadjes. Weeg 400 ml bouillon af. Vries de rest in en gebruik als basis voor sauzen of soep.

  6. Week het gelatineblad in koud water.

  7. Smelt de boter in een kookpot. Roer de vloeiende bloem erdoor. Voeg de bouillon, langzaamaan en al roerend met een klopper, toe. Breng aan de kook en laat enkele min indikken.

  8. Roer de tomatenpuree, het draadjesvlees en de uitgeknepen gelatine erdoor. Kruid met zwarte peper en zout.

  9. Giet in een ingevette ovenschotel en dek af met plasticfolie. Laat min. 2 u opstijven in de koelkast.

  10. Rol balletjes van de opgesteven massa.

  11. Paneren

    Haal door de bloem, de losgeklopte eieren en het paneermeel. Haal ze een tweede keer door het ei en paneermeel.

  12. Leg ze in de vriezer of frituur onmiddellijk 2 à 3 min goudbruin in een voorverwarmde friteuse van 180°C.

  13. Serveer met mosterd.