Carpaccio van bloemkool met grijze garnalen en bloemkoolmayonaise

Snij de bloemkool eerst in 4 kwarten. Snij dan elk kwart van aan de stengel in flinterdunne plakken (een mandoline is hiervoor handig.) Probeer zoveel mogelijk 1 mm dikke plakjes bloemkoolcarpaccio te bekomen.

Haal van de resten ongeveer 16 à 20 duimgrote roosjes en hou deze apart.

Snij van het afsnijsel van de bloemkool 200 gr in nog kleinere stukken. Verwarm 1 eetlepel koolzaadolie in een pan en voeg de bloemkoolstukjes toe. Roerbak, overgiet met de melk en breng aan de kook. Laat 5 minuten koken tot de bloemkool zacht is. Pureer ze met de staafmixer.

Schep de mierikswortelpasta erdoor en voeg 1 eetlepel koolzaadolie toe onder voortdurend roeren tot je een romige mayonaise bekomt. Breng op smaak met peper en zout. Schep in een spuitzak en plaats koel.

Blancheer de aspergetips en de bloemkoolcarpaccio 1 minuut in licht gezouten water. Laat ze schrikken in ijskoud water en vervolgens uitlekken.

Blancheer de roosjes beetgaar.

Verdeel de carpaccio over gekoelde borden. Leg de bloemkoolroosjes erop. Besprenkel het geheel met olie en citroensap. Kruid met peper en zout.

Strooi de jonge slablaadjes en garnalen erover. Schik de aspergetips erop en werk af met bieslooksnippers.

Spuit toefjes bloemkoolmayonaise op de sla en serveer.