Karpatka met pruimen en mascarpone

Verwarm de melk met het water, de boter en suiker. Laat goed koken en roer tot de suiker opgelost is. Zeef de bloem en voeg toe aan de kokende vloeistof. Draai het vuur lager en roer tot een gladde pasta ontstaat en een dun droog laagje op de bodem van de pan.

Schep deze pasta in de keukenrobot en mix op lage snelheid om het deeg wat te laten afkoelen.

Voeg de eieren in 3 of 4 delen toe aan het deeg. Laat het telkens de eieren opnemen en check of ze allemaal wel nodig zijn. Je moet een glad en glanzend beslag bekomen, dat langzaam van je spatel druipt.

Verwarm de oven voor tot 190°C.

Bekleed beide bakvormen met bakpapier en verdeel de helft van het soezendeeg over elke vorm. Werk de bovenkant niet te netjes af. Zet in de voorverwarmde oven en bak 35 à 40 min tot alles goed gerezen, goudbruin en krokant is. Haal uit de oven en laat in de bakvormen op een rooster volledig afkoelen.

Snij de pruimen in 6 stukken. Doe met water, het merg van de vanillestok en de suiker in een pannetje en verwarm op een halfhoog vuur. Roer af en toe zodat de pruimen goed met de suikersiroop bedekt zijn. Breng het mengsel langzaam aan de kook, zet het vuur laag en leg het deksel op de pan. Laat 5 min stoven. Check of de pruimen zacht zijn, indien niet, laat nog even verder stoven.

Roer de maïzena in het resterende water en roer het papje door de hete vloeistof. Breng aan de kook en laat binden. Giet in een propere schaal en laat afkoelen.

Klop de mascarpone los met het merg van de vanillestok. Voeg de suiker en room toe en klop tot dik vloeibaar. Doe in een spuitzak en leg 1 u in de koeling.

Stel de taart samen. Leg de minst mooie soezenschijf op de bodem van de schotel. Verdeel ½ van de mascarponecrème erop, daarboven de gestoofde pruimen en de andere helft van de crème. Leg de 2de soezenschijf met de meeste pieken erop. Zet de taart minstens 1 u in de koelkast.

Haal de taart uit de koelkast en bestuif met poedersuiker.