Kook dit gerecht in deze stappen

  1. Pel en snipper de uien en look. Kruid de stukken konijn met peper en zout.

  2. Smelt de boter en bak de konijnenstukken tot ze kleuren. Haal uit de pot, stoof de ui glazig en voeg de look toe. Doe het vlees er opnieuw in, strooi de bloem erover en roer goed door.

  3. Blus met het geuzebier en laat zachtjes koken.

  4. Besmeer het brood met de mosterd.

  5. Doe de tijm, laurierblaadjes en het sneetje brood met mosterd erbij. Voeg de Luikse siroop toe.

  6. Laat het geheel op een zacht vuur 1,5 tot 2 u sudderen met een deksel op de pot, tot het konijn zacht en gaar is. Proef en kruid indien nodig bij met extra peper en zout.

  7. Bak de aardappelkroketten goudbruin in de friteuse op 175°C.

  8. Dresseer het konijn met saus en de kroketten op een bord en werk af met een takje krulpeterselie.