Gegrilde entrecôte met bloemkoolgratin en rode wijnsaus

Gegrilde entrecôte met bloemkoolgratin en rode wijnsaus

Kook dit gerecht in deze stappen

  1. Bloemkoolgratin: reinig de bloemkool en snij in kleine bloemkoolroosjes. Kook gaar en giet af, maar laat het vocht niet weglopen. Laat de bloemkool goed uitlekken. Maak een blanke roux: smelt 50 gr boter en voeg 50 gr bloem toe. Meng goed tot je een dikke droge massa bekomt die wat korrelig is. Haal uit de pot en leg opzij. Breng ½ liter van het kookvocht en 2 dl melk aan de kook. Voeg de blanke roux eraan toe. Laat opkoken en indikken. Voeg de gratinkaas toe, laat smelten en goed oplossen. Doe de bloemkoolroosjes in de ovenschaaltjes en overgiet met de kaassaus. Bestrooi met extra gratinkaas en laat 5 tot 10 minuten kleuren onder een hete grill.

  2. Schil de aardappelen en snij in kleine kubussen. Kook ze beetgaar in gezouten water. Giet af en laat uitlekken. Bak de aardappelblokjes verder in een pan met hete boter. Kruid met peper en zout.

  3. Saus: snij de sjalotten, wortel en selder fijn. Stoof ze aan in wat boter. Laat enkele minuten zweten. Bevochtig met rode wijn en rode wijnazijn. Voeg het bouquet garni toe en laat 1/3 inkoken. Voeg de bruine fond toe en laat nog eens 1/3 inkoken. Giet door een fijne zeef. Werk af met 50 gr boter. Kruid met peper en zout.

  4. Gril de entrecôte mooi aan beide zijden. Leg in een braadslede en kruid met peper en zout. Laat 8 minuten verder garen in de oven op 180°C. Haal het vlees uit de oven en laat rusten op een rooster.

  5. Snij de entrecôte in dikke plakken. Serveer hierbij de krokant gebakken aardappelblokjes en een schaaltje met de bloemkoolgratin. Geef de saus in een apart kommetje.

  6. Tip: je kan er ook nog een frisse koolsalade bij serveren.