Momo's (= Tibetaanse dumplings)

Deeg: meng de bloem met het water heel goed met de hand. Start met 50 ml water en blijf water toevoegen tot je een mooie zachte deegbal hebt (*).

Kneed het deeg goed tot het soepel is.

Leg het deeg in een pot met een deksel en zorg ervoor dat het niet uitdroogt.

Vulling: pel de uien en snij zeer fijn. Pel de teentjes look en hak fijn.

Snipper de koriander fijn. Meng de ui- en looksnippers met het gehakt en de koriander. Kruid met zwarte peper en zout.

Rol het deeg heel dun met een deegrol uit op een snijplank.

Duw er met een glas cirkels uit van ± 8 cm, ongeveer de grootte van je handpalm.

Leg het platte cirkelvormige deeg in je linkerhand. Leg in het midden een eetlepel van de vulling.

Vouw de deegcirkel dubbel en bedek de vulling.

Druk nu de 2 randen van de halve cirkel samen, zodat de vulling volledig in het deeg zit en er geen openingen zijn.

Knijp langs de gebogen rand van de halve cirkel en vouw steeds een klein stukje deeg om.

Kook water in een grote stoompot. Smeer het oppervlak van de stoommand in met wat olie, zodat de momo's niet blijven kleven.

Plaats zoveel mogelijk momo's naast elkaar in de stoommand, zonder dat ze elkaar raken, en zet boven het kokende water.

Stoom ± 15 min.

Serveer de momo's warm met sojasaus om in te dopen.(*) De hoeveelheid water hangt af van de gebruikte bloemsoort.