Biscuit met abrikozenconfituur

Biscuit: scheid de eieren en doe ze in een kom. Klop de eieren los met de mixer en voeg de suiker en vanillesuiker beetje bij beetje toe. Mix gedurende 4 à 5 minuten tot je een witte schuimige massa bekomt die dubbel zoveel volume heeft.

Zeef de bloem en schep ze beetje bij beetje onder het eimengsel. Meng de bloem met een spatel in een draaiende beweging om zo alles goed te mengen en lucht in het deeg te scheppen.

Vet de bodem en de rand van de springvorm goed in en bebloem. Klop het teveel van de bloem eraf.

Giet het mengsel in de springvorm.

Zet in een voorverwarmde oven op 180°C (boven- en onderwarmte) en bak gedurende ± 35 minuten. Check of de biscuit gaar is door er met een caketester in te prikken. Als er geen deeg meer aankleeft, is de biscuit gaar.

Zet de oven af en laat de biscuit nog 5 minuten staan, met de ovendeur open.

Haal uit de springvorm en draai omgekeerd op een rooster. Laat ± 30 minuten verder afkoelen.

Klop ondertussen de room op in een vetvrije kom met de suiker tot een dik vloeibaar geheel. Zet in de koelkast tot gebruik.

Snij de biscuit, als hij voldoende afgekoeld is, met een groot gekarteld mes, in het midden door. Bedek het onderste deel met een mooie laag abrikozenconfituur.

Zet het bovenste deel er terug op. Doe de slagroom in een spuitzak en spuit de slagroom op de bovenkant van de taart. Wrijf open met een paletmes. Bedek ook de zijkanten met slagroom.

Strooi de chocoladeschilfers over de bovenkant en versier ook de zijkant met de schilfers.