Kippengehaktballen met savooipuree en speksaus

Schil de aardappelen, snij in stukken en laat koken.

Verwijder de buitenste bladeren van de savooi. Snij de andere bladeren los en spoel. Laat de bladeren uitlekken, rol ze op en snij in grove repen.

Voeg na 10 min de savooikool toe en kook samen met de aardappelen beetgaar. Giet af en laat uitlekken.

Doe het gehakt in een ruime schaal en voeg het ei het paneermeel toe. Kruid met peper en zout en meng goed.

Breng water aan de kook, voeg een bouillonblokje toe en laat het water pruttelen.

Maak je handen nat en rol 12 gehaktballen van het vleesmengsel van ± 4 cm Ø.

Leg de gehaktballen in het kokende water en gaar in 5 min. Haal de pot van het vuur en laat het vlees er nog 10 min inliggen.

Snij de champignons in kwartjes. Pel de sjalot en snipper fijn.

Smelt een klontje boter in een kookpot en bak de spekblokjes goudbruin krokant. Roer regelmatig. Doe de sjalotsnippers en champignons erbij en laat meestoven. Kruid met peper en zout.

Voeg, als de champignons wat gebakken zijn, de veenbessencompote en mosterd toe. Giet de kippenbouillon erbij en laat wat inkoken.

Meng 40 g malse boter met 30 g bloem, kneed tot ‘beurre manié’. Voeg een deel van dit boterbloemmengsel bij de saus om de saus te binden. Kruid de saus met peper en zout.

Pureer de aardappelen met de savooi. Voeg een klont boter toe en kruid met peper, zout en nootmuskaat.

Smelt een klont boter in een braadpan en leg de voorgekookte gehaktballen erin. Kleur het vlees aan alle kanten goudbruin.

Schik een flinke schep puree op een bord en leg er 2 gehaktballen op. Lepel de speksaus met champignons ernaast.