Cannoli met mandarijncurd en chocolade

Mandarijncurd: klop het ei met de suiker en het mandarijntjessap op een matig vuur op tot een schuimige en gebonden massa. Laat niet koken.

Haal van het vuur en laat 10 min afkoelen.

Mix er daarna de boter door met een staafmixer. Doe de massa in een spuitzak en laat opstijven in de koelkast.

Warm de oven voor op 180°C.

Steek met de uitsteekvorm cirkels uit het kruimeldeeg.

Rol bakpapier, met de krulling van het bakpapier mee, op tot een lange worst van 2 cm doorsnede.

Rol elke cirkel kruimeldeeg rond een rolletje bakpapier.

Bak 10 à 15 min op een ovenplaat met bakpapier.

Haal uit de oven en laat afkoelen. Verwijder het bakpapier.

Vul de cannoli met de mandarijncurd.

Hak de chocolade fijn.

Breng de room met de boter aan de kook.

Haal van het vuur en roer de chocolade eronder tot die volledig gesmolten is.

Doe de ganache in een spuitzak en knip er een heel klein puntje af.

Dop de cannoli langs weerzijden in de hagelslag.

Beweeg de spuitzak heen en weer over de cannoli’s om ze af te werken met strepen van chocolade.