Flantaart

Pudding: klop de melk met de eidooier, 30 g suiker en het puddingpoeder los met een klopper.

Breng al roerend aan de kook tot de pudding begint te binden. Laat nog 1 min, al roerend, doorkoken en haal van het vuur.

Schep de pudding over in een ander kommetje en dek af met plastic folie. Laat afkoelen in de koelkast.

Flanbeslag: doe de melk in een ruime mengkom. Scheid bij 2 eieren het eiwit van de eidooiers. Voeg de 2 eidooiers en 2 volledige eieren bij de melk. Bewaar het eiwit apart. Voeg 45 g bloem en 50 g suiker toe en mix met de staafmixer tot een glad beslag.

Snij de vanillestok in de lengte in 2 en schraap de zaadjes er met een mes uit. Voeg toe aan het melkmengsel. Voeg ook de pudding toe en mix opnieuw met de staafmixer.

Verwarm de oven voor op 170°C.

Klop de 2 eiwitten stijf en spatel onder het flanmengsel.

Vet een taartvorm in met boter en bebloem.

Leg het taartdeeg in de ingevette en bebloemde taartvorm.

Giet de flanvulling op het taartdeeg en plaats 1 u in de voorverwarmde oven.

Haal de taart uit de oven en plaats er een taartrooster bovenop. Draai de taart om op de rooster. Verwijder de bakvorm en laat ondersteboven minstens 15 min afkoelen.

Draai de flantaart om en snij in stukken.