Kalfsgebraad in een jasje met spinaziestoemp

Bak het gebraad aan alle zijden op een matig vuur goudbruin in een pan met boter en 1 el olijfolie. Kruid met peper en zout. Laat volledig afkoelen.

Pel en snipper de sjalotjes fijn. Borstel de champignons schoon en snij ze in kleine blokjes.

Rits de tijmnaaldjes los.

Fruit de sjalotsnippers in 1 el olijfolie, voeg de champignonblokjes en tijm toe en roerbak tot de champignons vocht lossen.

Kruid met peper en zout en schep de peterselie erdoor.

Rol het bladerdeeg uit en bestrijk het midden met mosterd. Schep de helft van de champignons in het midden van het deeg.

Leg het gebraad met de ronde kant naar beneden op de champignons. Bestrijk het vlees met mosterd en bedek met de rest van de champignons. Dek toe met het bladerdeeg.

Snij de overschotjes bladerdeeg weg en draai het gebraad weer om met de bolle kant naar boven.

Versier de bovenkant met overschotjes deeg in reepjes of blaadjes gesneden en laat 30 min rusten in de koelkast.

Verwarm de oven voor op 180°C.

Bestrijk het deeg met losgeklopt ei en bak in 30 min goudbruin.

Schil de aardappelen, snij ze in stukken en kook ze gaar in water met zout. Giet af, laat uitdampen en hou warm.

Stamp de aardappelen tot puree. Meng het losgeklopte ei en 100 g boter erdoor en schep de spinazieblaadjes in porties door de warme puree. Breng op smaak met versgeraspte nootmuskaat, zout en peper.

Haal het gebraad uit de oven en laat 10 min rusten.

Snij in plakjes en serveer met spinaziestoemp.