Königsberger klopse

Kook de aardappelen 8 min in lichtgezouten water. Giet af en laat afkoelen. Snij in 4.

Verwarm de oven voor op 220°C.

Besprenkel de aardappelen met olie. Kruid met zwarte peper en zout.

Rooster 15 à 20 min in de voorverwarmde oven.

Pel de uien en snipper fijn. Bak lichtbruin in wat boter. Roer de ansjovisfilets erdoor. Meng met het gehakt, het ei, paneermeel, zwarte peper en zout.

Rol 12 balletjes.

Breng de kalfsfond met een blaadje laurier aan de kook.

Kook de balletjes 10 min op een zacht vuur. Schep ze met een schuimspaan uit het kookvocht.

Bewaar 500 ml van het kookvocht of vul aan met water tot 500 ml.

Laat 40 g boter smelten en roer de bloem erdoor met een klopper.

Blus met 500 ml afgekoeld kookvocht en breng al roerend aan de kook.

Laat enkele min sudderen zodat de saus dikt. Roer de zure room en de balletjes erdoor en laat even verwarmen.

Haal van het vuur. Roer de kappertjes erdoor. Breng op smaak met het citroensap, zwarte peper en zout.

Snipper de bladpeterselie fijn. Snij de rode bieten in blokjes. Pel de rode ui en snij in halve ringen.

Serveer de balletjes in de saus met geroosterde aardappelen, veldsla, rode biet en rode ui.

Werk af met de peterselie.