‘Taatjespap’ met asperges, gepocheerd eitje, Hollandaisesaus en garnaaltjes

Schil de asperges en kook ze beetgaar in water met wat zout en een klontje boter.

Schil de aardappelen, zet op in koud, gezouten water en kook gaar. Giet af en laat nog even droogkoken.

Draai door de passe-vite of plet met een pureestamper tot een fijne puree.

Warm de karnemelk op met een klontje boter. Giet dit warm over de pureeaardappelen. De puree mag redelijk lopend zijn, voeg nog wat karnemelk toe indien dat niet het geval is.

Kruid met peper, zout en nootmuskaat.

Klop 3 eidooiers met 1 dl witbier luchtig op een matig vuur. Laat zeker niet koken!

Voeg, wanneer de saus mooi dik is, naast het vuur wat klontjes koude boter toe. Kruid met zout en peper en verfris met citroensap.

Snij de asperges in 4 en warm ze terug op in boter met een klein scheutje kookvocht van de asperges, zodat ze niet bruin worden. Kruid met zout en peper.

Pocheer de eitjes gedurende 3 min in water met een flinke scheut azijn.

Verdeel de puree over de borden. Zet de aspergestukken recht tegen de puree. Schik het gepocheerd eitje op de puree en giet de Hollandaisesaus erover.

Werk af met garnaaltjes en serveer.