Vissoep met zeekraal en mosselen

Vissoep met zeekraal en mosselen

Kook dit gerecht in deze stappen

  1. Spoel de zeekraal grondig onder koud stromend water, verwijder harde stengels.

  2. Spoel de mosselen enkele malen in ruim koud water tot het water helder is. Laat ze na de laatste spoelbeurt een vijftal minuten liggen in koud water.

  3. Doe de mosselen met aanhangend vocht in een ruime pan. Voeg de zeekraal, 1 takje tijm en 1 blaadje laurier eraan toe. Kruid met versgemalen peper.

  4. Dek de pan af en zet op een hoog vuur. Laat de mosselen open stomen in ± 8 minuten. Schud na enkele minuten de pan even op zodat de onderste schelpen boven komen te liggen en alle schelpen zich kunnen openen.

  5. Haal de pan van het vuur en giet het kookvocht van de mosselen door een zeef. Hou het kookvocht apart. Haal het vlees uit de mosselschelpen en hou 12 schelpen apart om de borden te garneren.

  6. Was de prei en selder en snij in kleine stukjes. Schil de wortel en snij eveneens in kleine stukjes. Reinig de venkel, hou het venkelgroen apart en snij de knol in stukjes.

  7. Pel de ui en teentjes look. Snipper beide fijn.

  8. Schil de aardappelen en snij ze in stukken van ongeveer 2 cm.

  9. Breng 1,5 liter water aan de kook met de bouillonblokjes, het mosselvocht, laurier, tijm en een snuifje cayennepeper. Voeg de aardappelen toe en kook beetgaar. Haal uit de bouillon.

  10. Fruit de ui, look en groenten in een klontje boter. Overgiet met visbouillon, voeg er een saffraandraadje bij en breng aan de kook. Voeg de aardappelen toe, leg de visfilets erin en laat kort opkoken. Zet het vuur zacht en voeg het mosselvlees, de zeekraal en de mosselen toe.

  11. Verdeel de soep over voorverwarmde borden. Garneer met mosselen in hun schelp en plukjes venkelgroen.