Hammetje met aardappelpreigratin in honingmosterdsaus

Breng 4 l water met de groentebouillonblokjes, de kruidentuiltjes en de hammetjes aan de kook. Laat 3 u rustig sudderen zonder deksel. Verwijder het schuim dat op het wateroppervlak komt.

Schil de aardappelen en snij in dobbelstenen. Kook gaar in licht gezouten water. Giet af en stort ze in een ovenschotel.

Pel de ui en snipper fijn. Snipper de preiwitten fijn.

Smelt wat boter in een pan en bak de spekjes met de ui.

Roer de prei erdoor. Blus met de room en 200 ml bouillon van het hammetje.

Laat koken tot de prei beetgaar is. Kruid met zwarte peper en zout.

Roer de mosterd erdoor. Voeg dit bij de aardappelen in de ovenschotel. Bestrooi met de gemalen kaas.

Verwarm de oven voor op 200°C.

Meng de honing met de ketjap manis, de worcestersaus en 20 ml zonnebloemolie.

Schep de hammetjes uit de bouillon en smeer in met ½ van het honingmengsel. Zet 20 min met de aardappelgratin in de voorverwarmde oven. Smeer de hammetjes na 10 min in met de overige honinglak.

Werk de gratin af met fijngesnipperde krulpeterselie en serveer met de hammetjes.