Ierse biefstuk met gevulde raapjes, slaatje van knolselder en groene appel

Haal het vlees uit de koeling. Warm de oven voor op 160°C.

Schil de knolselder en rasp hem grof. Rasp de appel. Verkruimel de walnoten en schep alles door elkaar. Meng het citroensap en de mayonaise erdoor. Kruid met zeezout. Plaats in de koeling tot gebruik.

Snij het loof van de raapjes. Kook ze gedurende 12 minuten in water. Haal ze uit het water als ze gaar zijn en laat even afkoelen. Snij de kapjes eraf en hol ze uit. Hak het uitgehaalde raapjesvlees heel fijn en schep door de gekookte quinoa.

Pel het teentje look en snipper fijn. Verhit een klontje boter in een pan en fruit de looksnippers hierin. Voeg spinazieblaadjes toe en roerbak tot ze geslonken zijn. Kruid met chilivlokken en zeezout. Schep eveneens door de quinoa. Breng deze verder op smaak met versgemalen zwarte peper en zeezout. Vul de raapjes met het quinoamengsel. Dek af met een laagje gemalen kaas. Plaats in een voorverwarmde oven op 160°C.

Warm een pan met antiaanbaklaag op het vuur. Smelt een klont boter in de warme pan. Kruid het vlees met peper en zout. Leg de stukken vlees, als de boter begint te schuimen met de kruiden naar de onderzijde in de hete pan en laat dichtschroeien. Kruid de bovenkant met peper en zout.

Draai het vlees na 3 minuten om met behulp van een tang. Laat ook deze kant enkele minuten bakken tot gaartijd naar wens.

Haal het vlees uit de pan en verpak in aluminiumfolie.

Roer de bouillon door het braadvet. Breng al roerend aan de kook. Laat inkoken tot een lekkere jus.

Schik de 3 gevulde raapjes op het bord. Leg een hoopje knolselder-appelsalade ernaast. Schik het vlees op het bord en werk af met de jus.