Rendang van hert met kurkumarijst

Rol de rawit- en picantinapepers tussen je vingers. Snij het kapje eraf en schud de zaadjes eruit. Snij in ringen.

Pel de look en sjalotten en snij alles grof. Schil de gember en snij in stukken. Maal of plet de kruidnagels in een vijzel tot poeder.

Doe de pepers, look, sjalotten, gember, komijn, koriander, kaneel, kruidnagel en kurkuma in een hakmolentje en mix tot een kruidenpasta. Voeg indien nodig wat water toe.

Roerbak de kruidenpasta in hete kokosolie tot hij gaat kleuren en overgiet met de wildfond en kokosmelk.

Kneus de stengels citroengras en snij in 3 stukken. Voeg samen met de laurierblaadjes toe. Laat 1 u pruttelen zonder deksel op een laag vuur.

Verwarm de oven voor op 160°C.

Kruid het vlees met peper en zout. Bak in porties goudbruin in kokosolie en voeg toe aan de andere ingrediënten die staan te pruttelen.

Dek de pot af en zet 3 u in de oven tot het vlees boterzacht is. Laat de saus nog even inkoken.

Kook de rijst gaar in water met kurkuma en zwarte peper.

Snij de komkommer in plakjes, de rode ui in fijne halve ringen en de radijsjes in staafjes. Pluk de blaadjes van de spruitjes en koriander los en hak de pinda’s grof.

Serveer de rendang met kurkumarijst en garnituur.