Stoofpot van everzwijn met groentegratin

Pel de uien en de look. Snipper alles fijn.

Stoof de uien, de look en het vlees aan in boter.

Voeg de kruiden, mosterd en bloem bij het vlees en bak 2 min mee. Kruid met peper en zout.

Blus met de wijn en laat de alcohol verdampen.

Overgiet met de fond. Meng de confituur en speculaaskoekjes onder het vlees.

Laat ± 2 à 3 u garen op een zacht vuur met deksel op de pot.

Dik de saus met rouxkorrels. Werk af met blaadjes platte peterselie.

Groentegratin: schil de aardappelen, pastinaken en knolselder. Snij alles in kleine blokjes.

Kook de groenten gaar in gezouten water.

Snij 4 witlofstronkjes grof en stoof gaar in 2 el boter. Kruid met peper en zout.

Giet het kookvocht van de groenten weg. Snij 1 stronkje witlof in 3 en hou opzij. Prak de rest van de groenten fijn.

Meng het gebakken witlof, de room en een klontje boter onder de groenten. Kruid met peper, zout en nootmuskaat.

Besprenkel een ovenschotel met olijfolie.

Verdeel de groentepuree over de ovenschotel.

Strooi het paneermeel over de puree en schik er de 3 stukken rauw witlof op. Leg hier en daar een klontje boter.

Verwarm de oven voor op 190°C.

Bak de groentegratin ± 15 à 20 min in de oven, tot je een bruin korstje op de gratin krijgt.

Serveer de gratin met het stoofpotje van everzwijn.