Gehaktbroodje met aardappelkroketten, boontjes in spek en sjalottensaus

Pel 1/3 sjalot en snij fijn. Meng het gehakt met het ei, 2 el paneermeel / 600 g gehakt, fijngesneden sjalot, peper en zout. Vorm een broodje. Bak rondom bruin in een klontje boter, en bak daarna 30 min in de oven op 180°C.

Schil de aardappelen, snij in kleine stukken en kook gaar. Pureer de aardappelen, meng met 50 g boter / 800 g aardappelen en de eidooiers en kruid met peper, zout en nootmuskaat.

Spuit kroketten met behulp van een spuitzak of maak ze op de klassieke manier met een Millecroquettestoestel.

Paneer de kroketten door ze eerst door de bloem te halen, dan door het eiwit en dan door de rest van het paneermeel.

Pel de rest van de sjalotten en snij in reepjes. Stoof de sjalot aan in een klontje boter. Blus met de fond en laat inkoken. Voeg de mosterd en room toe en laat verder inkoken. Kruid met peper en zout.

Bak de kroketten goudbruin in een voorverwarmde friteuse op 175°C.

Kook de boontjes in kokend gezouten water tot ze beetgaar zijn, spoel koud en rol in spek. Bak kort aan en kruid met peper en zout.

Snij het gehaktbrood in stukken, leg op een schaal. Schik de kroketten en de boontjes erbij. Serveer de saus apart in een kommetje en strooi over het geheel fijngesneden peterselie.