Gepekelde komkommer met gerookte makreelmousse

Breng de witte wijnazijn, witte wijn, suiker en specerijen aan de kook. Pel de sjalot. Schil de komkommer en snij in Snij van elke helft fijne sliertjes, zonder het vruchtvlees met zaadjes te gebruiken. Doe de komkommer en sjalot in een kom en giet de warme marinade erover. Dek af met plasticfolie en laat 1 nacht in de koelkast staan.

Week de gelatineblaadjes in ijskoud water. Verwijder het vel van de gerookte makreelfilet en snij in stukken. Breng de vis- bouillon aan de kook. Los de geweekte en uitgeknepen gelatineblaadjes erin op. Voeg de makreelstukjes toe. Mix alles fijn in een blender of keukenrobot. Giet door een grove zeef. Laat afkoelen op kamertemperatuur. Klop de room half op. Voeg de licht opgeklopte room toe aan de makreelmousse. Kruid met peper en zout. Kruid zeker voldoende, want als de bereiding afkoelt, zullen de smaken verzachten. Laat de mousse wat afkoelen in de koelkast tot ze lichtjes begint op te stijven, maar wel nog vloeibaar blijft.

Zet de ringen op een platte bakplaat bedekt met bakpapier. Giet de makreelmousse in elke ring tot aan de rand. Zet voorzichtig in de koelkast en laat 12 uur opstijven.

Neem de ring met de opgesteven mousse uit de koelkast en zet in het midden van het bord. Verwijder de ring door met een scherp mes langs de rand te passeren.

Schik de gepekelde komkommersliertjes errond. Snij de sjalot in fijne ringen en strooi ze over de komkommer.

Versier met snippers bieslook en een scheutje olijfolie.